– Overweging door Trudy de Ruiter van zondag 10 juli jl.
Evangelielezing: Lc. 10,25-37
Iedereen kent de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan wel, denk ik. Deze Samaritaan is het toonbeeld en voorbeeld geworden van de ware naastenliefde. Hij doet dit met gevaar voor eigen leven. De man langs de weg is in handen van rovers gevallen, ze hebben alles van hem afgepakt en hem halfdood achtergelaten aan de kant van de weg. De Samaritaan weet niet of de rovers nog in de buurt zijn. Zijn handelwijze is des te opvallender, omdat het in schril contrast staat met de manier waarop de priester en de leviet de man voorbijlopen. Zowel de priester als de leviet werken in de tempel. Zij zijn degenen die in de tempel preken, misschien wel over de liefde voor God en je naasten, maar nu het erop aan komt om te helpen, laten ze het afweten.
De priesters en levieten waren wetgeleerden en Farizeeërs. Zij deelden mensen in groepen in. Ook de mensen van Gods eigen volk. Ze zeiden van zichzelf dat ze vroom en goed waren. Dat zij zich trouw aan de wet van God hielden. Ze dachten dat God wel blij met hen zou zijn. Tegelijk gaven ze op andere mensen af. Van hen komt de uitspraak: “De massa die de wet niet kent, vervloekt zijn ze.”
Farizeeërs en wetgeleerden moesten helemaal niets hebben van mensen die bekend stonden om hun slechte leven. Zoals bijvoorbeeld tollenaars, belastinginners, mensen die overspel pleegden. En dit waren nu net de mensen met wie Jezus at of omging. Zo geeft een Farizeeër in Lucas 7 commentaar op Jezus als hij een zondige vrouw met mededogen tegemoet treedt.
Als je jezelf op die manier tegenover anderen opstelt, dan kweek je bij jezelf arrogantie en minachting voor anderen. Je maakt een kloof tussen je naasten en jezelf. Je gaat dan mensen mijden en met een boog om hen heen lopen. Het voorbeeld dat Jezus noemt van de priester en de leviet sluit naadloos aan bij de houding van de Farizeeërs en wetgeleerden in zijn tijd.
Misschien zijn er ook wel mensen bij wie u liever uit de buurt blijft. Mensen waar u liever met een boog omheen loopt. In de stad, bij een supermarkt, in de kerk? Bedelaars, mensen die verslaafd zijn, vreemdelingen?
Denk dan aan die Farizeeërs en wetgeleerden. Zet jezelf niet hoger neer dan je naasten. Bedenk dat wij allemaal geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis, allemaal kinderen van dezelfde Vader.
De joden keken op de Samaritanen neer, ze gingen niet met hen om. Maar de Samaritaan doet het omgekeerde. Hij ziet de gewonde man liggen. Hij wordt door hem met medelijden bewogen. Hij gaat naar hem toe en helpt hem.
Blijkbaar kun je hetzelfde zien en toch verschillend reageren. Je ziet iemand op straat liggen, of in het water vallen. De een denkt: Mij niet gezien, maar de ander zegt: Hier ben ik.
Natuurlijk moet je nadenken bij wat je doet. Kijken of er nog gevaar dreigt. Zoals hier, zijn er nog rovers. Als wij iemand zwaargewond zouden zien liggen, dan zou de schrik toch ook om het hart slaan?
Maar hier is een mens in nood die dringend hulp nodig heeft. De Samaritaan maakt niet dat hij wegkomt, maar gaat juist naar hem toe. Waarom? Omdat hij door ontferming bewogen wordt.
Zoals de Samaritaan handelt, zo spreekt de Bijbel ook over God. Medelijden krijgen of met ontferming bewogen worden, dat is een belangrijk kenmerk van God en Zijn Zoon Jezus.
Denk maar aan het verhaal in Lucas 15 over de verloren zoon. Hij loopt van zijn vader weg, hij raakt alles kwijt en besluit naar zijn vader terug te gaan. Zijn vader zag hem van verre aankomen. Hij had al die tijd steeds gekeken of zijn zoon nog niet terugkwam. Toen zijn vader zijn zoon zag werd hij met ontferming bewogen.
Als het over Jezus gaat, dan blijkt Jezus net te zijn als zijn Vader. Jezus komt vol van Gods ontferming naar de mensen toe.
De Samaritaan krijgt niet alleen een zacht gevoel vanbinnen, hij zet het ook om in daden. Jezus noemt wel negen daden van barmhartigheid die de Samaritaan voor de gewonde man doet:
Hij gaat naar de gewonde toe.
Hij giet olie en wijn over zijn wonden
Hij verbindt de wonden.
Hij zet de man op zijn eigen rijdier en gaat er zelf naast lopen terwijl hij de man ondersteunt.
Hij brengt hem naar een herberg.
Hij zorgt daar voor hem, laat de man niet alleen, maar blijft de hele nacht bij hem.
Hij betaalt de overnachting voor hem en de man.
Hij zegt toe ook de verdere kosten voor logies en zorg voor de gewonde man te betalen.
In de Bijbel staat dat geloven niet zonder daden kan. Wij kunnen niet God liefhebben en ondertussen andere mensen haten. We kunnen niet in een rechtvaardige God geloven en ondertussen andere mensen bedriegen, bestelen of links laten liggen. Onze daden laten zien of ons geloof echt is. Onze daden bevestigen ons geloof. Onze daden spreken vaak nog duidelijker en luider dan onze woorden dat we geloven in een barmhartige God.
En Jezus geeft hier het voorbeeld van barmhartigheid. Barmhartigheid is: Wees een naaste!
De wetgeleerde vroeg Jezus in het begin van het verhaal: Wie is mijn naaste? Na het vertellen van het verhaal over de Samaratitaan vraagt Jezus: Wie van de drie is de naaste geworden van het slachtoffer?
Let op het verschil tussen de beide vragen. Jezus draait de richting in de vraag om. Jezus leert ons, de goede richting is niet: Wat doet een ander voor mij?
Misschien herkent u die manier van vragen. We kunnen momenten in ons leven hebben dat we op die manier denken. Dan wachten we op een ánder. Wanneer komt de ánder? Wanneer krijg ik nu eens aandacht? Wij kijkt er nu naar míj om? Door zo te kijken loop je het risico jezelf tot slachtoffer te maken. Dat je passief wordt en je alleen nog maar in de put praat.
De richting die Jezus aanwijst is anders. Niet: Wie is een naaste voor mij? Maar: Voor wie kan ik een naaste zijn? Als we zo gaan leven, dan komen we veel meer tot ons recht als mensen. Als alle mensen zo zouden leven, dan zouden veel minder mensen iets tekortkomen.
Kijk zo ook eens naar uw eigen leven. Er zijn mensen die alles voor de wind gaan en die dan toch alleen maar met zichzelf bezig zijn. Er zijn mensen die het zwaar hebben en die alleen kijken naar zichzelf. Maar gezegend zijn zij die in voor- en in tegenspoed het kunnen opbrengen om steeds opnieuw een naaste voor de ander te zijn. Echt naast mensen staan. Dat is wat Jezus ons vandaag wil leren.
Amen.