Overweging van Margaret Kappers op zondag 1 augustus 2021. Voorafgaand werd er gelezen uit Exodus 16, 2-4 en 12-15 en uit het Heilig Evangelie van Johannes 6, 24-35.

U denkt misschien: doet de pastor de overweging niet vanmorgen? Deze dienst zou eigenlijk een woord- en gebedsdienst zijn, maar helaas was er geen medelector en geen koor beschikbaar, en kreeg ik van pastor Adolfs een telefoontje dat hij wel voorganger wilde zijn, maar dat ik dan de overweging zou doen, want… hij wilde me ook weleens “live” horen spreken. Dat ga ik dus proberen!!

Dagelijks brood

Heeft u vanmorgen ontbeten? Misschien met een boterham met kaas, of een krentenbolletje, of een geroosterd broodje met iets lekkers erop, of zomaar iets anders? Ik stel u deze vraag, omdat beide schriftlezingen vandaag over ‘brood ‘gaan. Brood als symbool van leven, voor alles wat we dagelijks ontvangen. Waarschijnlijk kent u ook heel wat uitdrukkingen waarin het woord ‘brood‘ voorkomt.

In de overweging van Sacramentsdag heeft pastor Adolfs er al een aantal genoemd, omdat de lezing toen ook over brood ging en het delen van brood en wijn. Brood is van wezenlijk belang voor ons leven, we hebben het elke dag nodig. Brood en mensen horen bij elkaar en dat brood heeft ook een kernbetekenis in Bijbelse verhalen.

Brood des Heren

In de eerste lezing hoorden we, dat na hun vlucht uit Egypte, de Israëlieten met Mozes door de Sinaïwoestijn trekken op weg naar het Beloofde Land en eindelijk vrij waren, maar ze laten zich al snel leiden door puur menselijke verlangens naar bezit en naar de eerste en de beste te willen zijn. Ze klagen tegen Mozes: “Waren we nog maar in Egypte, daar was genoeg te eten.” En dan zorgt God voor voedsel, kwartels vallen uit de lucht en dauw blijkt manna. De Israëlieten zagen het en vroegen: “Wat is dat?” Ze wisten werkelijk niet wat het was en Mozes legt het hen uit en zegt: ”Dit is brood dat de Heer u te eten geeft”.

En dan horen we vandaag het vervolg op het evangelie van vorige week. Ook een verhaal over samen delen. Na het wonder van de broodvermenigvuldiging aan de westkant van het meer van Galilea zijn de mensen enthousiast. Eindelijk iemand die Israël kan bevrijden van de gehate bezetter. De mensen blijven Jezus óók achternalopen, omdat Hij gratis voedsel uitdeelt. Met een paar broden een grote menigte mensen voeden is spectaculair, dat willen ze nog weleens meemaken!! Maar Jezus had zich teruggetrokken en was naar de overkant van het meer gegaan. Wanneer de mensen Hem daar de volgende dag vinden, zegt Jezus hen, dat ze Hem om de verkeerde reden achternalopen en verwijt Hij zijn toehoorders dat ze naar hem toekomen vanwege de sensatie en dat ze er niets van snappen.

Als Hij zonder omhaal zegt: “Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst krijgen”, snappen de mensen het nog niet. Want Jezus heeft het dan over een heel andere honger en een heel andere dorst. Jezus gebruikt beelden uit het dagelijkse leven om zijn verbondenheid met God in alles en iedereen duidelijk te maken.  Niet het brood is belangrijk, maar het delen ervan. Het gaat niet om het letterlijk eten om de honger te stillen, maar om ons te voeden met zijn boodschap en te leven zoals Hij: breken en delen: ons brood, onze tijd, onze aandacht, onze zorg en ons leven. In feite zegt Jezus: “Werk niet voor het voedsel dat vergaat, maar voor het voedsel dat blijft.” Hij geeft ons een teken en hoopt dat we verder kijken, en dat we ons afvragen wat dit betekent. Wat een afwijzing lijkt, is in feite een uitnodiging om verder te komen in ons geloof.

Er is genoeg voor iedereen

Het manna, dat de vaderen in de woestijn gegeten hebben, blijkt voor menigeen niet het brood dat elke honger stilt. Wij hebben brood genoeg om onze maag te vullen, de agrarische- en voedselindustrie heeft in onze omgeving de voedselvoorziening goed geregeld, maar als we alles hebben wat we nodig hebben, willen we meer, ontspanning, vermaak, een aanbieding bij de supermarkt, gemak, plezier, veiligheid en gezondheid natuurlijk.

Misschien kent u het boek van “Rupsje Nooitgenoeg”; ik heb het tientallen keren tijdens mijn werk als juf op school voorgelezen aan de kinderen van mijn klas. Het ging over een rups die altijd honger had en maar bleef eten, blaadjes van de struik waar ze woonde en toen die op waren die van de boom, een niet te stillen honger naar meer en meer en nog meer. Met de rups loopt het goed af, het wordt een prachtige vlinder. Een verhaal om duidelijk te maken aan kinderen dat er ook grenzen kunnen zijn aan eten, drinken en wensen.

Honger naar méér?

In beide lezingen van vandaag gaat het over de honger van mensen naar leven, naar toekomst, een spirituele honger. Verzadigd zijn van allerlei zaken, neemt de interesse af voor dingen die belangrijk zijn en zo zoeken we niet meer naar ons geestelijk welzijn. Hoe meer ruimte we hebben in ons huis, des te meer de neiging waarschijnlijk om NIET op te ruimen. Hoe houden we ons leven een beetje sober, als we in een maatschappij leven die ons van alles aanprijst en we de ruimte hebben om het ergens neer te zetten? Het vraagt ons om waakzaam te zijn, om ons bewust te worden en ons te realiseren hoe snel we ons aan iets hechten. Dat materie niet gelukkig maakt, ervaren we allemaal op bepaalde momenten. Maar naast al die materiële zaken zit in elke mens een verlangen om zin, betekenis, aan ons leven te willen geven. Jezus spreekt dit verlangen aan. Daarom maakt Hij onderscheidt tussen het brood van de bakker en het brood uit de hemel, voedsel dat vergaat, en geestelijk voedsel dat niet vergaat.

Ons hoofd zit vol met allerlei gedachten en ideeën, min of meer opgedrongen door deze tijd, de media, een soort geestelijke overvoeding. Elk mens zou eigenlijk een dag in de week stilte moeten zoeken om in figuurlijke zin onze hersenen te voeden met een goed gesprek, met nadenken over de zin van ons leven en samenleven, een diepere zingeving van levenswaarheden. Jezus noemt zich het brood des levens, en spoort ons aan om ons te “voeden” door Zijn boodschap, Zijn idealen. Die inspiratie zou in ons leven een gistingsproces op gang kunnen brengen, waardoor het leven en samenleven zijn ware smaak krijgt. Om die houding van dienstbaarheid gaat het. Soms is dat niet leuk of aantrekkelijk. Het is niet altijd gemakkelijk of te veel gevraagd, achter dingen proberen te kijken en te begrijpen waarom het gaat! Ieder mens heeft een stukje geborgenheid nodig: een adres, een plaats waar hij thuis is, een open gesprek, een stevige handdruk, iemand die kan meeleven, iemand met begrip, die zich bekommert om de ander met vreugde of pijn, soms hebben we het allemaal broodnodig!

Brood om van te leven

Juist in onze tijd, een tijd die jachtig is, met zoveel aanbod van dingen die ons leven juist niet voeden en te ervaren dat het leven meer is dan brood alleen, hoop ik dat ieder mens iemand ontmoet die hem of haar dat “levensbrood” geeft en met hem of haar echt contact maakt, en gemeend vraagt: “Hoe is het met je?”   

Tot slot: Jezus geeft ons geen kant- en klaar tarwebrood. Hij is meer als het gist, om door ons leven te kneden, waarmee we ons eigen brood kunnen bakken om zo ons geestelijk leven te voeden en te versterken. Wanneer we straks te Communie gaan, laten we ons dan bewust zijn van het andere voedsel en vragen om ons innerlijk te voeden, ons krachtig te maken, om werk te maken van ons geloof en aan een netwerk van naastenliefde te werken. Enerzijds beschikken we over goederen en over mogelijkheden waarvan onze voorouders het bestaan niet konden vermoeden, en anderzijds is er die spirituele honger, die geen verzadiging vindt. Een christelijke spiritualiteit is meer dan een zoektocht naar God, maar God op zoek naar de mens,
Amen.

Gedachte

van Wim Holterman  osfs

Brood is leven en toekomst, het is kracht en sterkte.
Het is zuurverdiend, we slijten eraan.
Maar het staat ook bij velen van ons in overvloed op tafel.
Brood is vanzelfsprekend in onze tijd van welvaart.
En toch, het blijft vragen om onze dankbaarheid.
Het wordt ons gegeven, we mogen het aannemen.
We mogen ervan eten in verbondenheid met elkaar.
Maar het daagt ook uit om te delen met anderen:
Met mensen, die ons lief zijn, maar ook met hen, die ongekend
Hun hand naar ons ophouden.
Gedeeld brood is een teken van onze liefde voor elkaar,
Maar ook van onze zin van verantwoordelijkheid.
Jezus is het Brood, dat leven geeft, Hij komt als een geschenk van God.
Hij geeft zin en richting aan ons leven, we mogen delen van zijn Woord,
Van zijn leven, van zijn toekomst.
Namens God is Hij leven voor mens en wereld: zin en uitdaging tegelijk.