– door Leo Fijen, uit het KRO magazine nr.39

Soms zijn er van die gebeurtenissen die zo heftig zijn, dat ze ons een leven lang bijblijven en waarvan we nog precies weten waar we waren op het moment dat die zich afspeelden. Afhankelijk van onze leeftijd zijn dat situaties zoals bijvoorbeeld de watersnoodramp, de eerste maanlanding, de moord op president Kennedy, de Bijlmerramp, ´nine-eleven´, maar voor ons, als betrokkenen bij ´onze´Urbanuskerk, is dat de heftige brand geweest van drie jaar geleden, die ons prachtige kerkgebouw in de as heeft gelegd. Niet alleen bij ons heeft deze laatste gebeurtenis een diepe indruk gemaakt, getuige de column van Leo Fijen die hij heeft geschreven in het licht van het kerkherstel. Het is een publicatie uit het KRO-magazine van deze week (week 39). Hij heeft er gestaan, daar in ons kerkgebouw, kort voor die fatale brand. En hij leest en leeft nog van harte met ons mee! Hoe? Dat heeft hij prachtig verwoord:

Alweer drie jaar geleden was ik geschokt door een bericht op teletekst. ‘Urbanuskerk verwoest door brand’, las ik op een zaterdagavond, bij terugkeer van een verjaardag. Dat zijn van die momenten dat je nog precies weet waar je was toen je het hoorde. Kort daarvoor was ik er nog geweest om te spreken bij de feestelijke inwijding van de gerestaureerde kerk. Het was een feest om de mensen van Bovenkerk te zien genieten.

Het was hun kerk en die van hun ouders en voorouders. Die heilige ruimte was de plek van het dorp dat in een later stadium geannexeerd is door de gemeente Amstelveen. Maar die dorpse trots en verbondenheid waren daar altijd gebleven en werden bevestigd door de voor onmogelijk gehouden restauratie. Het plezier duurde maar een paar dagen. Want toen ging die monumentale kerk in vlammen op.

Het was landelijk nieuws, tot aan het achtuurjournaal. En de verslagenheid was enorm. Want er was bijna niets over van die trots van Bovenkerk, behalve een Paaskaars die min of meer ongeschonden was. Iedereen wist het zeker: deze kerk is verloren voor altijd. Maar daar dachten de dorpelingen anders over. Ze wisten hun gedrevenheid en visioen over te brengen op de provincie, monumentenzorg, verzekeraar Donatus en het bisdom Haarlem-Amsterdam.

Ze leerden me iets: als je gelooft in de toekomst van je verleden, dan is er perspectief in het heden. Dat is ook hun motto geworden, zichtbaar in de kerk die inmiddels weer een dak en gewelven heeft. We zijn drie jaar later en veel acties verder die meer dan zeshonderdduizend euro hebben opgebracht.

Het onmogelijke is werkelijkheid geworden. Op 12 september, precies drie jaar later, is te midden van steigers voor het eerst weer eucharistie gevierd. Met als ontroerend begin: het ontsteken van de Paaskaars die de brand overleefde, als teken van nieuw leven door alle verwoesting heen. Waar mensen dromen en elkaar vasthouden, daar wordt een huis voor God gebouwd. Daar mag je geloven in de toekomst van je verleden. Want dan leef je met de genade van het heden.