Overweging zondag 6 maart 2022 – door pastoor-deken E. Jongerden

Veertig dagen wordt Jezus beproefd. Maar Jezus weerstaat aan de bekoringen. Hij komt er sterker uit. De veertigdagentijd kan ons misschien afschrikken, maar je kunt er ook sterker door worden, als gelovige op weg naar Pasen. Een tijd dus van versterking. 

“Maak van die stenen brood “, zegt de duivel tegen Jezus. En Jezus antwoordt: ’Niet van brood alleen leeft de mens ‘. Jezus vindt zijn sterkte niet in materieel voedsel. Ook al heeft Hij honger, Hij voedt zich met het woord van God. Uitgehongerd staat Hij sterker open voor wat God Hem ingeeft. 

Durven wij hongerlijden aan iets, om sterker te staan in ons leven? Kunnen wij ‘neen’ zeggen aan het genieten? Kunnen wij genieten van het woord van God dat tot ons komt? Als Hij ons zegt, zoals in de psalm, “Ik sta je bij, in iedere nood”, stilt Hij dan onze zorgen en onze onrust? Is dat vertrouwen op Hem niet belangrijker dan alle genieten? Zijn Gods liefde en zorg voor ons niet het beste voedsel? 

Hoe kan dat voedsel anders tot ons komen, dan door tijd te maken en daarvan te eten? Het evangelie lezen, je openstellen voor wat de Heer jou zegt, Gods woord ontvangen in stille tijd, daarnaar hongeren en dorsten, dat maakt je sterker als gelovige, als christen. 

Jezus staat ook stevig in zijn schoenen tegenover de bekoring van de macht en het egoïsme. Hij kan zeggen: ”De Heer uw God zult Gij aanbidden en Hem alleen dienen”. Daarvoor kiest Hij: om een dienaar te zijn. Dat zal Hij later vragen van zijn volgelingen: ”Als iemand onder u groot wil zijn, moet hij de dienaar van allen worden”. 

De veertigdagentijd kan voor ons ook een periode zijn van grotere naastenliefde. Dienaar zijn, kan misschien zelfs inhouden dat we versoberen in onze activiteiten om er voor anderen te zijn, in woord, gebed en daad, bijzonder voor onze Oekraïense mensen. 

Hongeren en dorsten naar Gods woord, zich laten inspireren tot naastenliefde en zorg, het is al een sterke manier van christen zijn. Het is onze manier om het kwade te verjagen. 

‘De engelen zullen u op handen dragen’, wordt hier in de mond van de duivel gelegd en die misbruikt de inhoud door Jezus een letterlijke toepassing op te dringen. Jezus reageert dat je God niet op de proef mag stellen, dat je Zijn Woord dus ook niet mag misbruiken. Kan het geen waarschuwing zijn voor nu, om het woord van God nooit als wapen te gebruiken tegen anderen? Is het niet altijd een Woord van liefde en wil het juist niet de liefde voor anderen en voor de schepping voeden?  

In de veertigdagentijd voeden wij ons geloof in God en Jezus. Dan zal ook de relatie met medemensen een nieuw elan krijgen. Paulus zegt het eigenlijk als volgt: ´Neem de naam van God in je mond, dan komt de medemens meer in je hart en neem de naam van God in je hart, dan komt de medemens meer in je mond´.  

De veertigdagentijd is een van de sterke tijden in het liturgisch jaar. Het is een tijd om goede vruchten voort te brengen. Israël offerde jaarlijks de eerste vruchten van het veld aan de Heer, zo brachten zij dank aan Hem, die hen het Beloofde Land had geschonken. Zo bleef het besef dat Hij hun redder was. Wij kunnen hopelijk over 40 dagen ook vruchten aanbieden, een sterkere verbondenheid met onze God, met elkaar, met mensen in de wereld, met de natuur. Die vruchten ademen dan hopelijk het licht van Pasen.