– door: Els Rentenaar

‘…maar ik weet niet of dat van mijn moeder mag!’ riep het jongetje vanaf de drempel van het huis waar ik voorbijliep, terwijl hij met een hand de deur openhield. Hij zal zo’n jaar of acht, negen, hooguit tien zijn geweest. Toen ik doorliep, zag ik even verder op de stoep het kind staan waar hij tegen sprak. Het schouderlange en ongecontroleerd krullende haar van het kind had bovenop een klein staartje, en het kind droeg een rozig gekleurd T-shirt op een korte broek, met verder een stoer spijkerjackje en hoge gympen. Een bal was vastgeklemd onder de arm van het kind. Tegelijkertijd keek het kind naar mij, met een open blik uit twee prachtige indringende ogen. Grote bruine ogen, maar met een lichte kwinkslag erdoor. Wat een prachtige ogen! En wat een prachtig kind! – dacht ik. Maar of het een jongen of een meisje was? Nee, dat was me niet duidelijk.

Wat maakt het uit?

Op hetzelfde moment bedacht ik me dat het voor mij ook helemaal niet uitmaakt of het nou een jongen of een meisje zou zijn, hooguit voor het kind zélf. Hoewel het kind eruit zag alsof het er ook absoluut niet toe deed. Het kind maakte in ieder geval op mij een blakende indruk, met van die roze blossen op de wangen van het spelen en het zag er zorgeloos uit.

Ik had schijnbaar het gevoel gehad om dit kind te willen labellen met een etiket ‘jongen’ of ‘meisje’, omdat we zo gewend zijn om elkaar van meet af aan zo aan te duiden. Maar nu wist ik het niet en misschien wist het kind het zelf ook niet. Boeiender vond ik het te merken dat het voor dat kind ook helemaal niks uit leek te maken. Dat etiketje erop kan altijd nog. Of misschien blijft dat wel benauwen, wie weet?

Ik vond het verfrissend om dit kind zo te zien, omdat dat schijnbaar zo ook kan: dat het gewoon helemaal niks uitmaakt. Leerzaam ook, denk ik. Misschien zouden we moeten leren om de wereld weer eens te zien als door de ogen van een kind. Zonder te oordelen en te veroordelen, of de ander in een hokje te willen duwen.

Het maakt toch niets uit?!

Dit relaas is eigenlijk een introductie tot een vreselijke gebeurtenis uit de hele andere kant van het spectrum: afgelopen maandag is namelijk, nota bene om de hoek van de straat waar ik eerder dit kleurrijke kind ontmoette en waar ik woon, een 14-jarige tiener gruwelijk mishandeld door een aantal leeftijdsgenoten. En dat enkel en alleen omdat deze tiener de vraag “Ben jij een meisje of een jongen?” niet specifiek kon beantwoorden, maar daarop alleen maar het uitnodigende antwoord gaf: “Ik ben wie ik ben en jij mag zijn wie jij wilt zijn“. En afschuwelijk genoeg maakte die groep tieners uit dat zij dat wel even uitmaakten. Maar wat maakt het eigenlijk uit? Of: wie maakt het eigenlijk uit?

Ik heb wel eens gelezen dat de ‘natives’ in Amerika, mensen van de oorspronkelijke indianenstammen, de mensen ook niet categoriseren in ‘man’ of ‘vrouw’, omdat ze daar uitgaan van de gedachtegang dat iedereen altijd wel eigenschappen van beiden in zich heeft. Terwijl dat labellen uit onze cultuur niet weg te denken is. Het begin al bij de geboorteaangifte, en bij een paspoort. Maar wat als het niet duidelijk is? Soms is het simpelweg niet duidelijk en zal het dat niet worden ook..

Het valt ook niet altijd uit te maken…

Dat brengt me naar het begrip ‘interseksueel’, of de tegenwoordig ook wel gebruikte term ‘non-binair’. Daar had ik ooit wel eens iets over gelezen. Maar achteraf eigenlijk maar bar weinig van begrepen… Tja, ik wist dat de interseksuele medemens in de Oud Griekse cultuur een eigen plek innam onder de term ‘hermafrodiet’ en dat aan deze mensen zelfs magische krachten werden toegeschreven. Maar sinds kort weet ik er wat meer van. Interseksuelen zijn mensen die eigenschappen hebben van beide seksen (niet te verwarren met ‘genderfluid’, naar ik heb begrepen, of juist met de tegenovergestelde sekse dan die men op het eerste gezicht zou vermoeden, ofwel ’transgender’.) Dat gevolg kan veel verschillende oorzaken hebben: genetisch, anatomisch of hormonaal, ofwel door de uiterlijke of inwendige geslachtskenmerken, door een verstoring in chromosomen of hormonen, of door combinaties daarvan. Sommigen hebben die kenmerken al vanaf de geboorte, bij anderen openbaart het zich pas rond de puberteit, als de fysieke ontwikkeling anders verloopt dan verwacht.

Maar wat mij onthutse was de mate waarin het voorkomt: bij een kleine 2% van de mensen! Dat betekent met een beetje doorrekenen dat in elke 2 schoolklassen er wel een kind zit met interseksuele kenmerken en in elke gemiddelde straat er wel iemand woont met deze seksuele typering. Kortom, het komt dus net zo vaak voor als bijvoorbeeld mensen met rood haar.

Zo al verder denkend bedacht ik me dat de problemen waar de interseksuelen mee kampen legio zijn. Niet alleen is het in sociaal, fysiek en mentaal opzicht een probleem, maar ook in allerlei praktische en maatschappelijke situaties. Omdat niet ieder mens niet simpelweg als ´man´ of ´vrouw´ te typeren is en er tussen dat zwart en wit nuances grijs kunnen bestaan. Dat eindigt niet bij het dilemma van de keuze voor welke deur je kiezen zal bij openbare toiletten, maar ook burgerrechterlijk, want hoe registreer je een interseksueel persoon in officiele documenten? En ook taalkundig schieten we hierin simpelweg tekort.

Weten neemt de angst voor wat je denkt te weten weg

Toen ik dat over interseksuelen las, vond ik dat erg! Want: waarom heb ik dit nooit op school geleerd? Waarom leerde ik met biologieles wel dat blauwe ogen dominant zijn boven groenkleurige, maar dit niet? Als niet iedereen in een hokje past, waarom zouden wij dan proberen om diegene wel in eentje te duwen? Zou het niet al veel verschil uitmaken als dit fenomeen tenminste tijdens de biologieles of lessen maatschappijleer op school ter sprake zou komen?? Dat zou die tiener in ieder geval een gebroken kaak en gebroken neus bespaard zijn gebleven.

Ik denk dat die jongens ook geen weet hebben van al die mogelijke nuanceringen in dat hele ruime begrip ‘mens’, in al zijn of haar varianten en er daarom zo op los geramd hebben. Want angstige mensen zijn als bange honden: die kunnen vals zijn. En anders zijn dan gemiddeld is blijkbaar voor sommigen toch heel erg eng, misschien een beetje bedreigend zelfs. Ik heb wel eens de uitdrukking gelezen: ‘de mens haat wat hij niet kent’. Kortom: een stukje (h)erkenning en bewustwording op z’n tijd is zo gek nog niet. Zeker bij die leeghoofdige daders, die met hun bekrompen geesten misschien wel op hun eigen angsten inbeukten…

Laat ik over die aanval duidelijk zijn: zulk buitensporig geweld kàn en màg natuurlijk niet getolereerd worden, in geen enkele omstandigheid! Maar persoonlijk heb ik er ook flinke moeite mee dat deze geweldsuitbarsting in de talloze reacties via de (social) media-kanalen wordt toegeschreven aan een zekere bevolkingsgroep als geheel, want in dat geval gebeurt hetzelfde als wat deze jonge daders voor wandaad pleegden, namelijk: het demoniseren van een bevolkingsgroep. Dat is juist wat we niet moeten willen, denk ik. Daarin zouden wij toch onderhand ook wel wat wijzer moeten zijn geworden?

Kind van God

Kind van God en kind van deze wereld: ik wens alle mensenkinderen een mildere wereld waarin ieder vooral zichzelf mag zijn, allemaal uniek maar iedereen gelijk. En dat iedereen met respect behandeld wordt. Want mensen een denkbeeldig etiketje opplakken, ze demoniseren of buitensluiten, dat is ook een belediging voor een van Gods schepselen en daarmee van Zijn werk. Wat geeft een mens het recht om over een ander mens te oordelen, of om diegene te veroordelen? Zoals de mishandelde Frederique zo wijs zei: ‘wees vooral wie je bent’, want daar wordt de wereld kleurrijk van! Mooi kind, ik hoop en wens dat je zo onbevangen jezelf mag blijven

Je mag zijn wie je bent

Niet iedereen is gewoon en dat maakt ieder bijzonder:
is ieder mens afzonderlijk een speling der natuur,
zomaar toeval, een kwestie van evolutie of het lot?
Zo is ieder mens stuk voor stuk een prachtig wonder,
allemaal verschillend en toch eender op den duur
en uiteindelijk allemaal een stukje speling van God.

want je kunt je over de aarde verwonderen
en over de maan en alle sterren ook daarbij
maar vergeet vooral niet om te bewonderen
want het allergrootste wonder: dat ben jij!