Over het feest van carnaval, en daarna…
– een gedachte, door Els Rentenaar
Dit weekend is het carnaval. Ooit heb ik het geluk mogen proeven om het carnaval mee te kunnen vieren op Aruba. Wat een feest!Het eiland stond wel twee weken lang volledig op z’n kop. In de aanloop naar het carnaval waren er allerlei activiteiten die met het carnaval te maken hadden: van de verkiezing voor de carnavalsmiss en de pancho –zeg maar een soort ‘prins carnaval’- en het tumbafestival, waarmee de beste carnavalsdeun werd gekozen, tot de grote carnavalsparade. Die optocht liep langs een route van 14 km. dwars door Oranjestad met een lange bonte stoet van praalwagens waar muziek uit klonk, waar mensen op en omheen liepen te swingen, gehuld in weinig verhullende kledij. Ik keek mijn ogen uit!
Van carnaval vieren in Nederland heb ik daarentegen geen verstand. Ik ben ‘van boven de rivieren’, of nog preciezer: ik kom uit Amsterdam. Daar ging het carnaval volledig aan me voorbij. Ik heb er ook een ander beeld bij dan de hiervoor beschreven situatieschets, en als noorderling snap ik daar maar weinig van.
Carnaval: een weekend vol gekte, uitbundigheid, verstoppen achter verkleedkleren en maskers. Even niet ‘jezelf’ hoeven zijn, of juist jezelf even helemaal laten gaan. Om daarna weer tot jezelf komen. Daarna vallen de maskers weer af. We zijn weer wie we zijn. Een paar dagen lang een andere rol aanmeten kan heel bevrijdend werken. Tot je de rol van je eigen leven weer vertolken moet. En dan? Wat ná het carnaval?
Na carnaval volgt allereerst Aswoensdag. Komende week begint in de christelijke traditie de vastentijd, ook wel ‘veertigdagentijd’ genoemd, als parallel van de tijd die Jezus in de woestijn heeft doorgebracht. Het is dus de tijd van bezinning die ligt tussen Aswoensdag tot aan Pasen. Maar wat is vasten? Daar is tegenwoordig niet iedereen meer mee vertrouwd. ‘Vasten is het zich geheel of gedeeltelijk onthouden van eten of drinken voor een bepaalde periode’, zoals Wikipedia het omschrijft. Dat is niet niks, ook al ligt de nadruk vooral op ‘niks’. Maar daar is nog lang niet alles mee gezegd en de omschrijving dekt niet geheel de lading. Die wijkt misschien ook af van de vastentijd zoals we die vroeger wel beleefden: met een snoeptrommel die dicht bleef en sparen voor het goede doel. Dat laatste is beslist gebleven, want ook vandaag de dag mogen we ons het lot van onze medemens aantrekken, door bij te dragen aan onder andere de Vastenactie. En misschien is het ook wel een tijd waarin we ons meer aanmeten om te matigen waarin en waarbij dat kan.
Maar het is ook geworden tot een periode waarin we terugkijken op de momenten waarop we misschien anders hadden besloten, nu we weten wat we nu weten. Of een tijd om na te denken wat we anders willen gaan doen, nu we daar nog eens goed over nadenken.
Het lijkt samen te vallen met deze tijd van het jaar: de aanloop naar Pasen, lente, belofte van nieuw leven en een nieuw begin. Er is niets mis mee om je even in jezelf terug te trekken. Om de tijd te nemen om te ondervinden hoe je nieuwe inspiratie vindt. Misschien is dat sowieso van tijd tot tijd functioneel. Vasten om los te kunnen laten. Tijd voor bezinning en zelfreflectie. ‘Vasten’ is daarmee juist eerder een kwestie van loslaten. Loslaten van de lasten die we met ons meezeulen, van gewoontes die aan ons kleven maar uiteindelijk niet bij ons horen. Een loslaten dat bevrijdend werkt, omdat ruimte ontstaat voor ‘nieuw’. Een periode van reiniging door matiging, om daarin de ruimte te vinden om zelf te groeien. Vasten is ook het bewust zijn van onze rol ten opzichte van de medemens, om wellicht te delen in dat waar wij voldoende van bezitten.
Dus masker af! Je mag jezelf zijn, met al je fouten en tekorten. Maar ook met je unieke talenten. Met alle unieke eigenschappen en eigen-aardigheden die een mens tot zichzelf maken. Daarnaast is het goed om oog te hebben voor de unieke eigenschappen van de ander. Het is nog hartstikke lastig om te kunnen kijken zonder te oordelen en te luisteren zonder zelf te willen spreken.
Laten we elkaar ook de ruimte geven om daarin te groeien. Daar ga ik de komende tijd vast goed over nadenken. Eens kijken of ik mijn masker af kan doen. Dan kom ik mezelf weer tegen, na het carnaval. En dan ben ik benieuwd wie ik uiteindelijk worden zal.
Ik wens iedereen een bezinningsvolle, inspirerende en liefdevolle tijd op weg naar Pasen toe.
