OVERWEGING ZONDAG 29 AUGUSTUS 2021 VOORGANGER PASTOR J. ADOLFS

LEZINGEN: Deuteronomium 4,1-2.6-8; Marcus 7,1-8.14-15.21-23

Ik neem aan dat u allemaal van één tot tien kunt tellen. Gelukkig hebben wij twee gelijkvormige handen met vijf vingers om dit na te tellen. Even een wat ‘los’ begin. Kent u dit vingerversje nog?

De duim: Naar bed, naar bed, zei duimelot.
De wijsvinger: Eerst nog wat eten, zei likkepot.
De middelvinger: Waar kan ik dat vinden?, zei lange Jan
De ringvinger: In grootmoeders kastje, zei de ringvinger.
De pink: Dat zal ik verklappen!, zei ‘t kleine ding.

Ja, en twee keer vijf is tien. Het getal tien zal vanmorgen in mijn overweging naar aanleiding van vooral het evangelie centraal staan. U kent ongetwijfeld deze uitspraak: ‘elke vergelijking gaat mank’. In deze viering komt er zo’n vergelijking aan bod en deze betreft: HANDEN WASSEN.

Handen wassen: ik hoor het mijn moeder nog vragend zeggen voor wij aan tafel gingen: hebben jullie je handen gewassen? Ook na een w.c.-gang hoorde dit tot een vaste gewoonte. Dit laatste praktiseer ik nog altijd. Bij binnenkomst in De Bovenzaal hebben wij ook zojuist als richtlijn onze handen gereinigd, in ieder geval met een desinfectiemiddel.

Nu de vergelijking van vandaag. In het evangelie is er sprake van dat leerlingen van Jezus met ongewassen handen eten. Farizeeën beklagen zich hierover bij Jezus, omdat zijn leerlingen zich niet houden aan vastgelegde gewoonten, gebruiken, regels en voorschriften om handen en ook voorwerpen altijd te reinigen. Jezus reageert op deze klacht met een wedervraag: ’Gaat het om de letter van de wet?’Gaat het  om een letterlijk verstaan en ernaar handelen, of mag er ook gevraagd worden naar een waarom, betekenis of zingeving? Wat bezielt ons bij ons doen en laten, onze handel en wandel, wat zijn onze motieven en argumenten om iets wel of niet  te doen?

Ik kom dan nog al eens uit bij de ons bekende tien geboden. U kent er zeker nog wel een paar: Eert uw vader en uw moeder; gedenkt de sabbatdag, dat u die heiligt; u zult niet doodslaan; u zult niet echtbrekenen; u zult niet stelen. Mag ik de geboden van één tot en met tien hier ook proberen weer te geven in een wat beter verstaanbare taal? 

1.Er is maar één God
2.Geen afgoden vereren
3.Niet vloeken
4.De zondagsrust
5.Gehoorzamen en gezag
6.Moord en doodslag
7.Trouw aan elkaar
8.Diefstal
9.Liegen
10. Jaloers-zijn

Nog een wat korte toelichting en aanvulling bij een aantal geboden:
-Wij erkennen maar één God en moeten er geen afgoden op na houden. U kent een aantal afgoden: geld, bezittingen, misschien zelfs seksualiteit.
-Vloeken: mijn vader zei dan altijd dat wij onze mond moesten gaan spoelen. Een andere uitdrukking bij dit gebod is: achteruit bidden. Een uitroep met de drie letters GVD doen mij nog altijd pijn. Natuurlijk kunnen bepaalde krachttermen opluchting brengen en boosheid kan soms best gepast zijn.
-De zondagsrust: wij moesten, al weer lang geleden, op zondag en verplichte feestdagen, op straffe van doodzonde, eerst naar de kerk. Ook voetbalden wij katholiek: alleen tegen katholieke clubs en pas na twaalf uur. Op zondag waren ook de winkels gesloten, de winkelier kon zelfs een bekeuring krijgen. Kunt u zich dat nu nog voorstellen? Albert Heijn hiernaast is op zondag open van acht uur ‘s morgens tot tien uur ‘s avonds. Het is onze persoonlijke keuze om dan wel of niet te gaan winkelen. Ik doe geen boodschappen op zondag. Belangrijk is echter bij dit gebod deze richtlijn: neem op z’n tijd rust en ontspanning. Voor de meesten van ons is dit de zondag en soms ook nog de zaterdag. Het leven bestaat namelijk toch niet alleen maar uit werken, maar ook tijd besteden aan andere zaken, zeker aan elkaar. Genieten is ook belangrijk.

-Respect hebben voor je ouders en hopelijk is daar reden voor. Gehoorzamen om orde te vestigen en te handhaven. Maar van ouders mag ook gevraagd worden om gehoor te geven aan hun kinderen. Gezag komt voor in vele variaties, maar van gezaghebbers mag gevraagd worden dat zij ook werkelijk iets te zeggen hebben in een bepaald contact, zoals werkkring, politiek, onderwijs, sport. Er zijn rechten en plichten wederzijds.
-Moord en doodslag: te denken valt zeker aan oorlog en velen van ons kunnen dan spreken uit ervaring. Nooit meer oorlog, als dat eens waar zou kunnen zijn. Het gebeurt helaas nog dagelijks: Afghanistan, Jemen, Syrië, Libië. Maar ook andere vormen van geweld en bedreiging zijn vandaag de dag schering en inslag, ook in Amstelveen en zelfs heel dichtbij. Laten wij onszelf en onze kinderen ervoor blijven waken.
-Trouw aan elkaar: hoe is het gesteld met onze relaties? En dan denken wij aan huwelijken, samenlevingsverbanden: wat kunnen en mogen wij voor elkaar nog betekenen? Hoe zorgvuldig zijn wij in nieuwe relaties? Ook zogenoemde andersoortige relaties vragen om erkenning en respect: wie mag er uit de kast komen? Is de liefde van God voor mensen ook niet voor elkaar bedoeld, hoe dan ook.
-Stelen, diefstal: respecteer datgene wat een ander toebehoort, zoals geld en bezittingen. Gun iemand ook wat hij of zij tekort komt, aan wat dan ook.

-Liegen: niet de waarheid spreken om wat voor reden ook, een leugentje om bestwil en bepaalde zaken verzwijgen ,roddel en achterklap.
-Gebod tien: jaloers -zijn. Dit kan veel vernietigen, ook binnen relaties. Tel je zegeningen, kijk jij wat je hebt en niet wat je mist: dit zijn bekende uitspraken. Natuurlijk is gezonde concurrentie en wedijver in zaken en sport best na te streven.

Dit was een hele opsomming. Ja , wat komt er niet allemaal  van buiten op ons af en wat leeft er in ons binnenste. Mogen wij het goede laten overwinnen en wat ons tekort doet negeren, afwijzen, of, naar mogelijkheden, veranderen en verbeteren. We wassen onze handen niet altijd in onschuld, maar wel om ze naar elkaar open te houden in wederzijds respect, zorg en aandacht. Wat  een vergelijking over handen wassen allemaal niet voor stof kan opleveren! 

AMEN