- door Els Rentenaar.
Wie Efeze in Turkije ooit heeft bezocht, weet dat deze plaats een bijzondere plek is. In de klassieke oudheid was het een bloeiende haven- en handelsplaats, nu bekend als locatie die de grootste antiek-Griekse opgravingen bevat, opgedragen aan de vruchtbaarheidsgodin Artemis. Artemis was volgens de Griekse mythologie de godin van de jacht, van de maan, maar vooral van zwangere vrouwen, hoewel zij zelf maagd gebleven was. Kenmerkend zijn de goed bewaarde restanten van de huizen, de bestrate wegen met zuilengangen en tempelresten op ruime pleinen. Als je daar door je wimpers heen kijkt, dan is het niet moeilijk om je die plek in zijn oorspronkelijke functie voor te stellen. Het is vooral bekend vanwege het amfitheater en de ‘Bibliotheek van Celsus’. Die bibliotheek moet een imposant bouwwerk zijn geweest, maar door brand en aardbevingen heeft de tand des tijds er flink aan geknabbeld, waardoor alleen de voorgevel nog intact is. Deze is versierd met zuilen en reliëfs, en vier levensgrote vrouwenbeelden die de personificatie voorstelden van de deugden die Celsus had nagestreefd: ‘Sofia’(wijsheid), ‘Episteme’(kennis), ‘Ennoia’(intelligentie) en ‘Arete’(deugdzaamheid). Wie wil dat niet als pijlers om je stad te ondersteunen?
Er is meer waardoor die bibliotheek zo intrigeert: het was letterlijk het kenniscentrum uit die tijd, doordat alle beschikbare vastgelegde kennis daar werd verzameld. Het had een met marmer bekleedde leeszaal en in nissen in de muren werden 12.000 perkamentrollen bewaard. De muren werden dubbel gebouwd om de kwetsbare rollen tegen vocht te beschermen. De bibliotheek had aan de binnenzijde drie verdiepingen, waar de rollen door trapgalerijen te bereiken waren. ‘Kennis is macht’ en dat werd daar beslist nagestreefd. Het was als het ware de ‘Google-zoekmachine’ of ‘Wikipedia’, het episch kenniscentrum in deze rijk ontwikkelde stad uit die tijd, die zich daarmee wist te onderscheiden en rijkdom te vergaren, anders dan door louter oorlog voeren.
We weten dat de apostel Paulus enige tijd in Efeze verbleef, en via zijn preken de mensen wilde ontmoedigen voor de aanbidding van Artemis. En volgens de overlevering zou Maria zich er na Jezus’ kruisdood samen met de apostel Johannes hebben gevestigd. Johannes zou zijn evangelie daar hebben geschreven.
Er zijn misschien maar weinig mensen die weten dat op die bijzondere plek ook een aan Maria gewijde kathedraal heeft gestaan, bij de resten van het veronderstelde huis van Maria. Deze kerk, uit de 5e eeuw, is bekend als de ‘Kerk van de Concilies’: het eerste Concilie van Efeze werd daar in 431 gehouden. Tijdens dat concilie verkreeg Maria de titel ‘Theotokos’, oftewel ‘Moeder van God’.
Hoewel die term onlosmakelijk met Maria, als heilige en als persoon, verbonden is, is er in de Bijbel maar bar weinig over Maria geschreven. Vooral na de dood en verrijzenis van Jezus is haar lot vaag. Na haar ‘Magnificat’, ode aan de grootsheid van God (Lucas 1, 46-56), is het stil rondom Maria en van een beschrijving van haar tenhemelopneming is daarom geen sprake. De legendes rond dit gebeuren gaan namelijk niet terug tot de tijd van de apostelen. Dat betekent dat wat men met die legendes duidelijk wil maken, belangrijker is dan wat men er letterlijk in leest. Zij is méér dan die iconische figuur die op schilderijen glimlachend ons haar baby toont en ook de betekenis van haar tenhemelopneming vraagt om begrip van de symboliek erachter. Zij heeft zich klein en dienstbaar gemaakt ten opzichte van de taak die zij vervulde, en vanuit die zorgzame rol is zij ons tot steun en klankbord. Want als iemand het lijden van mensen begrijpt, dan is dat wel Maria. ‘Voor God is niets onmogelijk’ heeft zij gezegd en dat zijn woorden die ons sterken als wij zelf momenten van twijfel of lijden kennen. Zo tilt zij ons als het ware weer op.
Rond 600 werd voor het eerst de overgang van Maria van het leven naar het ‘Leven’ gevierd op 15 augustus. Vanaf toen werden ook iconen over dit gebeuren gemaakt. In de zevende eeuw voerde paus Sergius in Rome het feest van Maria-Tenhemelopneming officieel in. Sindsdien vieren katholieke christenen op 15 augustus het feest van Maria-Tenhemelopneming. Daarbij herdenken we de opneming van Maria in de hemel ‘met lichaam en ziel’. Veel mensen gebruiken als naam voor dit feest ‘Maria Hemelvaart’. Maar Maria is niet zelf ten hemel ‘gevaren’ zoals Jezus, maar door God in de hemel opgenomen. Vanuit die gedachte schuilt er een zekere vanzelfsprekendheid in het feit dat zij, zoals ooit Jezus uit haar is voortgekomen, zij zich nadien bij haar Zoon in de hemel heeft mogen aansluiten, door de engelen op handen gedragen. Zij wordt één met Hem, in het leven, het lijden, de dood en de verrijzenis. En haar onwrikbare geloof inspireert ons tot op de dag van vandaag, en de hemel waarnaar zij ons voorging is de toekomst die ons wacht…
(Opm.: de tekst is eerder verkort verschenen in het parochieblad Spirit)