Overweging bij zondag 6 februari – door Margaret Kappers

Als we vandaag naar het evangelie luisteren, dan zou je denken dat het vandaag `vrijdag, visdag´ is. Een term die velen van u nog zullen herkennen, omdat het een katholiek gebruik was om op vrijdag geen vlees maar vis te eten. Het was een dag van volledige onthouding, het betekende in die tijd dat het eten van luxeproducten, zoals vlees van landdieren, verboden was. Vis was vroeger een goedkoper product, in tegenstelling tot nu en geen landdier, dus het viel niet onder de onthoudingsplicht. In ons gezin werd er dus vis gebakken (dat deed mijn moeder in de schuur) of gestoofd. En… wij vonden het allemaal heerlijk, dus het was bepaald geen opoffering, maar wij begrepen toen ook nog niet wat de betekenis van dit katholieke gebruik was. Ook nu horen nog veel uitdrukkingen met het woord “vis ”erin, bijvoorbeeld: visserslatijn (opscheppen), Jonas in de wallevis,( benauwd kijken) en “de vis wordt duur betaald “ (opoffering). 

En dan het evangelieverhaal van vandaag. Simon en andere apostelen waren beroepsvissers en als u misschien zelf weleens gevist hebt, weet u waarschijnlijk dat je dikwijls niks vangt en dat je veel geduld moet hebben. Jezus spreekt het volk toe aan de oever van het meer, en omdat het erg druk was vraagt Hij aan Simon om vanuit zíjn boot de mensen toe te mogen spreken. Daarna vraagt Hij om verder naar een dieper gedeelte van het meer te varen en daar de netten opnieuw uit te werpen, tot grote schrik van alle vissers. Het is vreemd dat deze beroepsvisser zich laat zeggen wat hij moet doen, terwijl hij en de andere vissers de hele nacht gezwoegd hebben, doodmoe zijn en niets hebben gevangen; ze voelen zich moedeloos.  

Ondanks dat luistert Simon Petrus met open oren en vertrouwen naar de aanwijzingen van Jezus. Hij en zijn helpers gooien hun netten weer uit en vangen deze keer zoveel vis, dat de netten scheuren en zij hun andere vrienden moeten roepen om te helpen, omdat de boot door de hoeveelheid vis dreigt te zinken. Simon en zijn helpers waren erg geschrokken, maar Jezus zei: “Voortaan zul je mensen vangen, in plaats van vissen”, een oproep tot een nieuwe taak voor Simon en zijn vrienden. Ze laten alles achter en volgen Jezus. Het feit dat Simon geluisterd heeft naar Jezus, geeft aan dat hij ervoor openstond om het nóg een keer te willen proberen en zichzelf en zijn omgeving nog een kans te geven, in het vaste geloof dat het kan lukken. 

Ik haal veel inspiratie uit de Bijbel en met name uit de “wonderverhalen”, omdat deze verhalen over ons leven gaan, waarin we ons kunnen herkennen en we inspiratie uit kunnen putten. Wat opvalt in de wonderverhalen is dat Jezus mensen eerst vraagt iets te doen. Een paar weken geleden moesten de dienaren op de bruiloft van Kana 6 vaten met water vullen, voordat het water veranderde in wijn, en vandaag wordt de vissers gevraagd opnieuw hun netten uit te gooien waarna heel veel vis vangen. De boodschap die we meekrijgen: probeer het eens anders, geef de moed niet op, houd vol!  

Ook wij kunnen of zijn allemaal weleens in een moeilijke situatie beland, die veel stress en verdriet gaf. Je probeert het steeds opnieuw, maar het wil maar niet lukken: na een ongeval opnieuw leren lopen, je kinderen zo goed mogelijk opvoeden, leven met ontzag voor onze schepping, onze welvaart die wordt bedreigd, en onze kerken die niet bepaald volstromen. Dit alles kan ons een moedeloos gevoel geven, waardoor we geneigd zijn om op te geven en het niet meer te willen proberen, want het maakt toch niets uit. In het evangelie maakt Jezus duidelijk dat het Hem niet gaat om vissen, maar om mensen, en Hij noemt dan ook woorden als “mensen opvissen”, mensen redden uit het bedreigende water, symbool voor het kwade en “mensen redden” uit hun eenzaamheid, hun armoede en verdriet.  

Wie zijn wij? Zijn wij de vissen? Laten wij ons vangen door Jezus, die tot ons spreekt en kunnen wij dan ook “mensenvisser” worden? Als we maar blijven piekeren over onze tegenslagen en falen dan raken wij verstrikt in onze lege netten. Als we wel openstaan om “mensenvisser ” te worden, zullen we onze netten ook telkens weer uit moeten werpen om andere mensen te boeien en te helpen redden om hun leven te herstellen, zodat onze medemensen houvast kunnen vinden in de woelige golven van hun bestaan. 

We hebben hier te maken met een heel wezenlijke opdracht in ons leven: een mens “medemens” maken en dit zichtbaar te maken in onze keuzes, in wat we doen of juist niet meer doen. Ondanks dat we soms overweldigd worden door de zorgen in ons eigen leven om onze zaken goed te regelen, ontkomen we er niet aan dat het wonder van onze schepping van planten en dieren wordt bedreigd door onze welvaart, en is de honger, de angst en hopeloosheid van armen en eerlijke zorg voor de medemens een oproep van Jezus om mee te werken aan zijn Koninkrijk. Wij zitten allemaal met Jezus in Zijn “levensboot”.  

Als wij allemaal zeggen dat de boot vol is, dan zeggen we eigenlijk: we hebben geen plaats voor anderen, geen tijd, geen geduld en geen levensruimte. Deze zondag wordt ook wel “Roepingenzondag” genoemd. Blijf niet vastzitten in moedeloosheid, maar laten we een nieuwe koers varen in onze manier van leven, met alle talenten die we hebben gekregen. Onze kerken blijven leeg, maar gelukkig vinden mensen andere plaatsen waar ze opgeroepen worden om iets te maken van hun leven en leven geven aan de medemens. Misschien niet in de naam van Jezus, maar daar gaat het niet om, als het maar gebeurt. Het leven is daar waar mensen leven en waar mensen voor elkaar zorgen.  

Vissen is aan mij niet besteed. Als ik weleens ging vissen, dan deed ik geen aas aan het haakje, want ik was doodsbang, dat er een vis aan het haakje zou zitten en ik durfde hem er niet af te halen!!! Maar bij de groep die “mensen vissen” wil ik graag horen, want het geeft mij geluk, vriendschap en vertrouwen. Deze manier van vissen blijf ik proberen en dat hoop ik voor u allen hier aanwezig ook, pas dan wordt de boot heel vol… Amen. 

                                                                                                                            Margaret Kappers. 

Gedachte:

Laten we naar het diepe varen:
om te luisteren naar de
grote levensverhalen van kleine mensen,
met begrip voor het anders-zijn van mensen,
in alle nederigheid en met liefde.

Laten we naar het diepe varen:
om te zoeken naar de
grote wijsheidstradities van onze geschiedenis,
met volle respect voor andere godsdiensten,
in alle deemoed en met liefde.

Laten we naar het diepe varen:
om te zoeken wat ons echt en diep gelukkig maakt,
om onszelf te bevrijden van zelfgenoegzaamheid,
vol van eigen zelf en eigen volk alleen,
in alle eerlijkheid en met liefde.

Laten we naar het diepe varen:
om ongeloof en onmacht te overwinnen
en het verlaten-zijn van mensen,
dat wij God en het goede mogen vinden
in het gelaat van de andere,
in alle dankbaarheid en met liefde.

Lydia Van Hirtum