– overweging bij de viering van zondag 15 januari 2023, door Margaret Kappers

Lezingen: Jes. 49,3.5-6; Joh. 1,29-34

De beste manier om jezelf te vinden, is jezelf te verliezen in dienstbaarheid naar anderen“- Mahatma Gandhi                                                                                                                                                                           Dat waren pittige lezingen vandaag en ik vond het lastig om ze goed te kunnen interpreteren en te vertalen naar onze huidige tijd. Jesaja schrijft in de 1e lezing dat de dienaar die God koos een extra opdracht krijgt, om “licht en redder” te zijn en alle mensen op aarde te bevrijden. In het evangelie hoorden we dat Johannes de Doper Jezus aankondigt als het “Lam Gods” dat de zonden van de wereld wegneemt, als zoon van God, en zelfs zijn leven offert en daarmee de mens verzoent met God, dienstbaar tot het einde. De meesten onder ons kennen het gebed dat we voor de communie uitreiking bidden wel. 

Wat opvalt in het evangelieverhaal van vandaag is dat er ook dieren in voorkomen, namelijk het lam en de duif… In de Bijbel worden vaak dieren ten tonele gevoerd. Wie kent ze niet? De dieren uit de kerststal, de slang, de vogels en de vissen, de dieren uit de ark van Noach. In deze bijbelverhalen hebben ze allerlei menselijke karaktereigenschappen. In de evangelielezing hoorden we over het lam en de duif, beide dieren zijn zachtaardig en dienstbaar. Lammetjes worden schapen en zijn in hun volwassen leven natuurbeheerders, leveren hun vacht en later hun vlees. De duif is ook dienstbaar, met een aangeboren richtingsgevoel. Als zij met een takje terugkomt in het verhaal van de Ark van Noach, betekent dat: het water zakt, er komt een nieuwe tijd, dat maakt dat de duif “postbode van de vrede” wordt genoemd.  

In deze dierenverhalen herkennen wij dikwijls menselijk gedrag in hun optreden, ook al wordt dit gedrag dikwijls wat overdreven. Toch leren we hier veel van en herkennen we hier typische menselijke trekjes in: onze eigenaardigheden, onze jaloezie, onze hebzucht, onze meningen over anderen en ons verlangen naar nieuwe spannende  dingen en activiteiten om de sleur te doorbreken. Nóg een vakantie, een weekend weg, een ballonvaart, een groot feest, laten we maar weer gaan winkelen, de nieuwste telefoon of langs alle zenders op de tv klikken. En dan… willen we tóch na een poosje weer iets anders, iets nieuws! De onvrede die veel mensen ervaren, ontstaat door ons te richten op onszelf in plaats van onze aandacht op de ander te richten. Er wordt geroepen “Kom op voor jezelf, wees niet afhankelijk van een ander”, maar als dit gezien wordt als ideaalbeeld, dan begrijp je niet dat we juist allemaal afhankelijk zijn van elkaar.  

In het “Lam Gods” wordt ook het woord “zonde” genoemd. Dat woord wordt in onze huidige tijd nog maar af en toe gebruikt, zoals het “zonde” is om iets weg te gooien of “zonde”, dat iemand niet mee wil werken. Maar in het evangelie hoorden we toch dat Jezus ons van de zonden redt? Het woord “zonde” heeft in deze context te maken met een gebrek aan liefde voor personen, buren, collega’s, vrienden enzovoorts. Kortom, als men zijn medemens tekort doet, een aansporing tot zelfkennis. En natuurlijk maken we allemaal fouten in onze omgang met de medemens, dat is menselijk… Als wij deze fouten maar willen erkennen en deze willen herstellen.  

Opkomen voor onszelf is prima, maar nog beter is het om licht te kunnen zijn voor een ander en daarmee een andere en betere wereld te creëren, maar willen wij met deze aansporing deze keuze wel maken? Het evangelieverhaal van vandaag gaat ook over dienstbaarheid. Het lijkt een woord van lang vervlogen tijden, een ouderwets woord. Niets is minder waar, ik vond in de digitale encyclopedie 453 woorden die begonnen met het woord “dienst”, bijvoorbeeld dienstbode, dienstencentra, en ik vond 479 woorden die eindigden met het woord “dienst”, zoals nachtdienst, nooddienst, bezorgdienst -deze laatste is tegenwoordig erg actueel- en ga zo maar door… Het woord is dus nog steeds van alle tijden.   

Ik herinner me goed mijn kindertijd in de zestiger jaren. Wij woonden in een nieuwbouwwijk vlak bij de Heilige Geestkerk, die toen nog in aanbouw was. In onze straat woonden veel gezinnen met 6, 8 of wel meer kinderen, geen cent te makken, maar de solidariteit was groot. Regelmatig sprongen buren voor elkaar in, moeders pasten op elkaars kinderen als dat nodig was, bij ziekte werden er boodschappen gedaan, spullen werden over en weer geleend en ik moest in de winter regelmatig het paadje bij oudere mensen vegen als er een berg sneeuw lag. Vond ik dit leuk? Nee, absoluut niet! Ik ging liever iets anders doen met de kinderen uit de buurt… En natuurlijk was er af en toe ook onenigheid tussen buren, maar toch waren we afhankelijk van elkaar.  

Dat kleine stukje dienstbaarheid, meegekregen in mijn opvoeding, heeft mij gevormd tot de persoon die ik ben geworden. Dienstbaar zijn houdt in dat je iets wil betekenen voor de ander, voor de maatschappij, voor de aarde, zonder er zelf beter van te worden of om ons eigen doel te willen realiseren ( zo dacht ik nog niet, toen ik als kind die sneeuw liep te scheppen!) Dienstbaar zijn is iets dat van binnenuit komt zonder er iets voor terug te krijgen. Het is een persoonlijke waarde, iets wat je kenmerkt, bij je past. Er wordt gedacht dat iemand die dienstbaar is minder belangrijk is en er niet toe doet, maar het tegendeel is waar: het is bescheiden, onopvallend je gang gaan voor de ander, maar ook goed voor jezelf zorgen. en je realiseren, dat er misschien momenten zijn, dat je even niets hebt te geven of te delen. Niet iedereen is overtuigd van deze zienswijze. Misschien moeten we sommige dingen in ons leven minder belangrijk maken ten gunste van omzien naar de ander. 

Toch komen op dramatische momenten onze beste krachten naar boven en ontstaat er solidariteit in noodsituaties… Midden in die ergste pijn van oorlogen, vluchtelingen, hongersnood, is die dienstbaarheid te zien in helpers, verzorgers, troosters, vrijwilligers. Hoe verdrietig, ontheemd, radeloos en vol ongeloof waren we, toen de brand uitbrak in onze kerk en we totaal in shock waren. Ik heb nog nooit zoveel huilende mensen bij elkaar gezien, gelovigen en niet gelovigen. Maar al snel sloeg dit om in daadkracht, helpen, doen, troosten, er zijn voor de ander, en dat 4 jaar lang… dan is het woord “dienstbaarheid” toch wel op zijn plaats en niet zo ouderwets als het lijkt.  

We kunnen elke dag op ons pad mensen tegenkomen voor wie we meer kunnen zijn. De Jezus van vandaag is incognito en wordt zichtbaar in de inzet en moeite van mensen voor hun medemensen en dat is waar het evangelieverhaal van vandaag over gaat. Wie zijn belangrijk voor me en wat heb ik voor iemand anders kunnen betekenen? Moge we deze boodschap vandaag meenemen in ons dagelijks leven… Amen. 

Kijk eens om je heen.
Wees eens stil en luister…
De wereld komt op je af.
Mensen – grote mensen, kleine mensen –
zij roepen, ze hebben iemand nodig.
Ze hebben U nodig – ze hebben mij nodig.
Het is een kind, dat roept om de zorg en liefde van zijn moeder.
Het is de jongen, die rekent op de steun van zijn vader.
Het is de patiënt, die vraagt om troost in zijn lijden.
Het is de leerling, die om uitleg vraagt.
Het is de kerkganger, die verdieping wil.
Het is de eenzame, die aansluiting zoekt.
Het is de opgejaagde, die rust wil hebben.
Het is de mens, die uit de sleur wil.
Er is iemand die roept om mij, om U,
die een beroep doet op mij, op U,
die ons aanzet iets te doen voor hem, onze medemens,
waardoor wij hem gelukkig kunnen maken.
Hij heeft geen mening en hij weet niet waar hij heen gaat.
Lijkt hij niet wat op U en mij?
Nergensman, luister alsjeblieft,
Je weet niet wat je mist,
Nergensman, de wereld staat tot je beschikking.

1 reactie

  1. Mooie overweging van Margaret.
    Top gedaan.
    Zag er veel van mezelf in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *