Overweging bij de viering van zaterdag 29 januari – door pastor J. Adolfs
LEZINGEN : JEREMIA 1, 4-5.17-19 / LUCAS 4, 21-30
Wij zijn allemaal de zoon of dochter van een vader en moeder. Dit valt niet te ontkennen en daar is ‘in principe’ natuurlijk niets mis mee. Het kan echter wel moeilijk zijn of worden wanneer je daar steeds maar weer op aangesproken wordt. Je bent namelijk ook een eigen persoonlijkheid, met alles erop en eraan. Zo heb je een ontwikkeling doorgemaakt en ben je min of meer misschien zelfs nog ‘in wording’. En daarop wil je en mag je ook aangesproken worden.
In mijn jongere jaren was ik bekend als ‘de zoon van de slager’. De meeste klanten van mijn vader kenden mij niet bij mijn voornaam: Jan. Het was voor mij wel altijd duidelijk over wie zij het hadden en wie zij bedoelden met ´die oudste zoon´. Mijn jongere broers en zussen hebben daar later nooit ‘last’ van gehad.
Het voorafgaande wil niet zeggen dat ik niet trots op mijn vader was, want hij was als slager een vakman en er werd graag en veel bij hem vlees en vleeswaren gekocht: hij stond voor kwaliteit. Zelf heb ik nog een jaar in de slagerij van mijn vader gewerkt, toen hij wegens ziekte maanden was uitgeschakeld. Wij vreesden toen het ergste en de zaak moest natuurlijk voortgezet worden. Tussen haakjes: hij is nog 92 jaar geworden en tot zijn 65e slager met hart en ziel geweest en gebleven. Ik ben na zijn herstel weer teruggekeerd in mijn beroep van administratief medewerker en zelfs boekhouder.
En u ziet: ‘de zoon van de slager is zelfs priester geworden en is het ook nog van harte. In die zin ben ik mijn vader niet nagevolgd en daar had hij later ook geen problemen mee.
In mijn bijna vijftig jaar van priesterschap heb ik natuurlijk best het een en ander meegemaakt. Het dagblad Trouw besteedt daar deze week een aantal artikelen aan onder de titel: ´Katholieken in Nederland´. Heel herkenbaar als het onder andere gaat over de relatie tussen bisschoppen en wat onder rooms-katholieken wordt verstaan.
Natuurlijk werd ik ook als pastoor, pastor, priester, theoloog en voorganger niet altijd begrepen of verstaan en dit was best wederzijds, maar ik heb gelukkig nooit echt ‘te klagen’ gehad. Ondanks de vele veranderingen in mijn ‘vak’ en ‘beroep’ heb ik altijd gehoor gevonden, al vroeg dat best op z’n tijd om flexibiliteit en aanpassing. Zelfs soms nog tot op de dag van vandaag!
In het evangelie van dit weekend ervaart Jezus ‘aan den lijve’ het bekende gezegde ’geen profeet wordt aanvaard in zijn eigen vaderstad’. Wij kennen de uitdrukking ‘van je familie moet je het vaak niet hebben ‘. Helaas kennen wij hier ook voorbeelden van, tot in rouwadvertenties toe.
‘Hoge bomen vangen veel wind’: vandaag ben je een ‘topper’ en prijzen ze je de hemel in, maar morgen val je tegen of misluk je en laten ze je vallen als een baksteen. In de sport, in de politiek kennen wij met naam en toenaam daar veel voorbeelden van. Je hoeft maar iets te zeggen wat niet bevalt en …….
Herkenbaar of niet: je zult graag en terecht ‘jezelf’ willen en kunnen blijven. Dit vraagt soms best om een ‘gevecht’ en ‘worsteling’. Elkaar mogelijkheden geven om ‘jezelf’ te kunnen zijn en daartoe inspireren is een blijvende opgave. Jezus ging ons hierin voor in woord en daad en dit is de boodschap die wij vandaag te horen krijgen. Tot zover deze concretisering van het evangelie van vandaag voor ons.
Uw aandacht wil ik ook nog vragen voor het volgende. Afgelopen donderdag 27 januari was het de zevenenzeventigste herdenkingsdag van de bevrijding van het concentratiekamp Auschwitz. Twintig jaar geleden ben ik daar geweest en de herinneringen aan dit bezoek staan nog altijd in mijn geheugen gegrift. Hoewel ik van vóór de oorlog ben (1939) heb ik weinig van de bezettingsjaren meegekregen. Maar vanaf mijn middelbareschooltijd tot op de dag van vandaag neem ik alles wat over die verschrikkelijke jaren bekend is, vooral in boeken beschreven, tot mij. Dit zojuist verschenen boek over ’Het verraad van Anne Frank’ heb ik gelezen en de discussies over de waarheid hiervan volg ik op de voet via televisie, radio en krant. Morgen is de jaarlijkse herdenking van de holocaust in het Wertheimpark in Amsterdam. Als kind fietste ik er dagelijks langs op weg naar mijn lagere school: het was toen nog gewoon een stadspark. Jaren later heeft Jan Wolkers er een herdenkingsmonument van glas met barsten neergelegd met een plaat waarop als opschrift ‘Nooit meer Auschwitz’ stond geschreven. Morgen zal ik de televisie-uitzending van de herdenking zeker bekijken.
Nooit meer: de uitspraken in de politiek waarbij de coronacrisis wordt vergeleken met de holocaust hebben mij dan ook best ‘zeer’ gedaan. Elke vergelijking gaat mank, maar deze beslist zeker. Blijven wij elkaar zo meteen de vrede toewensen: al is het op afstand, maar zeker uit ons hart.
Een betekenis- en zinvol weekend wens ik ons toe.
AMEN